LNA

Gerard, Srend en Bas

Gerda: 18 jaar – (oud)leerling van De Ambelt
Diagnose : PDD-NOS, selectief mutisme vanaf 4e levensjaar, onzeker faalangstig, functioneert op MLK niveau.

 

Zij zegt (schrijft) over zichzelf
Ik weet nog niet zo goed wat ik zou willen worden maar ik wil graag werken, dat doen mijn broers ook. Ik ben getest voor de werkplaats, maar ik zou toch liever in mijn eigen dorp werken dan hoef ik niet meer met het busje te reizen en kan ik gewoon op de fiets.. Het is jammer dat ik niet kan praten, want er blijft nu nog maar zo weinig over. Ik kan wel heel goed schoonmaken.

 

Gerda heeft 12 maanden stage gelopen als medewerkster huishoudelijke dienst in een klein verzorgingshuis in haar eigen dorp. Ze heeft nu een vaste aanstelling en ze voelt zich heel gelukkig. Gerda wordt nog begeleid door een jobcoach.

 

Arend: 18 jaar – (oud)leerling van De Ambelt
Diagnose PDD-NOS, linkszijdige spastische diplegie, trage motoriek, traag ontwikkelde spraak, geen reëel zelfbeeld, laag gemiddelde intelligentie.

 

Hij zegt over zichzelf
Ik zou het liefst een stoer beroep hebben, b.v. iets met auto’s. Mijn hoofd werkt niet zo snel als ik zou willen maar verder vind ik mezelf best wel leuk!

 

Arend is (gezien zijn voorkeur voor auto’s) in een banden servicecentrum in zijn woonplaats begonnen met het verlenen van extra service aan klanten die snel hun banden laten verwisselen: asbakken legen, auto uitzuigen, voorruit zemen. Al snel bleek zijn geheugen voor bandenmaten zo goed te zijn, dat hij de banden bij wijze van spreken al uit het magazijn gehaald had en de monteur direct kon beginnen.
Arend heeft nu een vaste baan als magazijnmedewerker bij het bandenservice centrum. Ook hij wordt nog begeleid door een jobcoach.

 

Bas: 18 jaar – (oud)leerling van De Ambelt
Diagnose PDD-NOS, ADHD, Epilepsie, gestoorde motoriek, zeer formeel taalgebruik, zelfoverschatting. IQ : laag gemiddeld

 

Hij zegt over zichzelf
Mijn handicap is dat ik geen grote zeef in mijn hersens heb en daardoor komt alles veel te veel op mij af. Andere mensen weten wat ze eerst moeten doen en wat het belangrijkste is, ik kan dat jammer genoeg niet. Ik zou heel graag computerspellen willen testen en dan commentaren schrijven in vakbladen. Maar dan test ik alleen spellen die ik zelf leuk vind. Als dat niet kan vind ik kantoorwerk ook wel goed.

 

Bij Bas heeft het traject wat langer geduurd (2 jaar en 4 stages) omdat hij erg veel moeite had met het accepteren dat zijn vurigste wens niet reëel was. In een viertal stages is geprobeerd hem langzaam te laten wennen aan dit feit en hem ook te confronteren met zijn beperkingen.
De eerste hobbel die Bas moet nemen is het gazon van het stagebedrijf waarvan Bas vindt dat het niet recht genoeg gemaaid is. Uiteindelijk wil hij het toch proberen. Bas moet de inkomende post stempelen, rondbrengen, kopieerwerk verzorgen en verdelen.
Bas heeft grote moeite met het ‘rondbrengen’ van post in een vierkant gebouw maar nadat alle hoeken met afplakband zijn afgerond en hiermee de (rond)looprichting voor hem duidelijk wordt, gaat het beter. Na twee maanden geeft Bas aan dat ‘het bedrijf niet bij hem past’. Hij ergert zich aan mensen die hun post niet meteen openmaken nadat hij de moeite heeft genomen het op hun bureau te leggen. Hij zegt daar dan ook wat van.

De jobcoach spreekt met Bas af eerst te gaan werken aan de contacten met andere mensen en het werk wat gemakkelijker te maken. Bas komt te werken in een kleine buurtsuper waar hij lege flessen moet innemen en sorteren en boodschappen moet inpakken bij de kassa. De klanten mogen Bas graag, hij is zeer beleefd en voorkomend. Helaas is het zomer en zitten er erg veel wespen en vliegen bij de lege flessen. Bas raak hiervan in paniek. Hij raakt hierdoor zo geïrriteerd dat hij klanten die met één lege fles komen, terugstuurt met de boodschap dat ze eerst maar thuis wat meer flessen moeten verzamelen. Na een opmerking van oma, dat Bas toch wel wat beters kan vinden, houdt Bas het voor gezien en wordt de stage na vier maanden beëindigd. Het relatief eenvoudige werk bevalt Bas echter goed en we spreken af nu een bedrijf te gaan zoeken waar hij ditzelfde werk kan doen maar dan met een vaste groep mensen.

 

Bas gaat bij een cateringbedrijf aan de slag met het beleggen van broodjes. Bas vindt het hier fijn. ‘De mensen die hier werken zijn net als ik. Ik voel me thuis bij hen. De muziek die ze draaien is precies mijn smaak! Het is jammer dat je hier zoveel moet kunnen. Soms moet je vier verschillende dingen op een dag doen. Het allermoeilijkst vind ik het beleggen, ik kan niet zo snel beslissen hoe groot een blaadje sla moet zijn. Ook het kiezen van het juiste plakje ei is heel moeilijk. Mijn tempo is daardoor niet zo hoog en dat is lastig aan een lopende band. Kratjes vullen en in de vrachtwagen zetten vind ik top’. De stage wordt na 2 maanden beëindigd omdat Bas niet voor meerdere taken inzetbaar is. We komen nu samen tot de conclusie dat het productiewerk hem goed bevalt maar dat het eenvoudiger moet zijn, één of twee handelingen vindt Bas echt genoeg. De contacten met de andere personeelsleden gaan uitstekend.

 

De vierde stage is in een pluimveeverwerkend bedrijf waar Bas ’s morgens de kratten met een hogedrukreiniger moet schoonspuiten. ’s Middags legt hij kipfilet op schaaltjes. Bas zegt : ‘ík heb het hier buitengewoon naar mijn zin. Mijn begeleider is een hele aardige man. Als ik het even niet meer weet, vraag ik een time-out aan en kan ik 5 minuutjes met hem praten. Ik mag van mijn stagebegeleidster nu nog maar vier time-outs per dag aanvragen en soms heb ik ze helemaal niet nodig. Het is wel jammer dat ik ze niet kan opsparen!.’ Bas heeft in dit bedrijf een vaste aanstelling voor vier dagen per week. Op zijn vrije dag volgt hij nog een computercursus. Bas wil over een jaar begeleid gaan wonen en dan heeft hij die vrije dag hard nodig. Inmiddels heeft hij zijn rijbewijs gehaald en zit op dansles. Bas zegt zich heel gelukkig te voelen.

 

De stages die Bas gelopen heeft waren noodzakelijk om hem te confronteren met zijn beperkingen, maar ook om hem te laten inzien dat hij veel dingen wél goed kon. De stages zijn allemaal op een plezierige manier en in goed overleg beëindigd voordat allerlei irritaties een rol begonnen te spelen.