door Jos Cremers
Het onderstaande verhaal is geen kant en klaar recept. Ieder kind met autisme is anders, gedraagt zich anders, heeft andere behoeftes en kenmerken. Haal uit onderstaand verhaal de tips of suggesties die voor Uw kind van belang zijn en probeer deze in te bouwen in hun invulling van vrije tijd.
Alle mensen hebben momenten of periodes van vrije tijd nodig. Tijdens deze momenten rusten ze uit van hun werkzaamheden of vullen deze tijd met bezigheden om te ontspannen. Kinderen hebben eveneens regelmatig rustperiodes nodig. Een tijd om op adem te komen of om eens lekker te doen waar ze zin in hebben. Vrije tijd kan echter ook langer duren, bijvoorbeeld een hele avond, een vrije middag, een weekend of zelfs een hele vakantie periode.
De kinderen uit de autigroepen zullen later als volwassene een zo zelfstandig mogelijk leven leiden binnen een woonsetting als RIBW, GVT of elders. Ook daar zullen ze veel vrije tijd hebben door een 36urige werkweek, atv’s, weekends en avonden. Het is o.i. belangrijk dat ze nu leren om daar zinvol en goed inhoud aan te geven. Kinderen waarbij sprake is van autisme of een aan autisme verwante contactstoornis hebben vaak meer problemen met het invullen van hun vrije tijd dan andere leeftijdgenoten. Soms ervaart het kind zelf dit als een probleem, soms ervaren ouders, broertjes en zusjes dit als een probleem.
Voorbeelden
- Sommige kinderen met autisme kunnen niet zelf hun vrije tijd invullen en leunen steeds op de mensen uit hun omgeving. ” Jullie moeten iets met mij gaan doen. Ik weet zelf niks! Ik verveel me!” Ze stellen hun omgeving verantwoordelijk voor invulling van hun vrije tijd.
- Andere kinderen vertonen tegenovergesteld gedrag. Deze kinderen vinden het heerlijk om hun hele vrije tijd alleen in te vullen. Hierbij valt op dat ze vaak en lang op een zelfde manier bezig kunnen zijn en contact van hun omgeving niet altijd als prettig of gewenst ervaren. Het lijkt dat de kinderen je als een ongewenste indringer beschouwen als je hun in hun wereldje stoort.
- Vele kinderen zoeken een vaste vrijetijdsinvulling en vergeten dan de wereld om hen heen. Ze vergeten de tijd, vergeten de opdrachten of verplichtingen die ze hebben. Ze ontvluchten het huishoudelijk werk, hun eigen verzorging, stellen maaltijden uit. Ze zijn nu gericht en kunnen niet vooruit kijken of plannen.
Waar ligt nu de oorzaak?
Daarvoor moeten we wat dieper gaan kijken naar de kenmerken van autisme.
1. Communicatie
Op de eerste plaats blijkt dat deze kinderen zich verbaal ( het praten en luisteren) anders ontwikkelen. Het kan zijn dat ze heel weinig praten en dus niet zo goed in staat zijn om goed met hun omgeving te communiceren. Je krijgt als volwassene de indruk dat het kind wel beter kan praten maar dat het kind dit niet graag doet of durft. Er zijn ook kinderen die juist ongeremd veel praten, soms over vaste onderwerpen waar hun interesse ligt of soms praten ze veel zonder aandacht te schenken op hetgeen wij terugzeggen. Het lijkt een eenrichtingsgesprek. Je krijgt de indruk dat deze kinderen te weinig oppikken van hetgeen wij ze vertellen of proberen te leren. Verder is het vaak een valkuil te veronderstellen dat een kind ons wel begrijpt. Ons taalgebruik is regelmatig te moeilijk. Teveel “versierd” met bij- en tussenzinnen.
Hoe dan ook, de communicatie tussen kind en omgeving verloopt anders.
2. Sociale vaardigheden
Verder lijken deze kinderen zich ook sociaal anders te ontwikkelen. De interesse die wij hebben om met andere mensen om te gaan, het gevoel voor de ander en het begrijpen van wat de ander voelt of doormaakt is bij deze kinderen beperkter aanwezig. Het aangaan van relaties naar mensen uit hun omgeving verloopt stroever of lijkt afstandelijker.
Het lijkt alsof deze kinderen veel meer met zichzelf bezig zijn, zichzelf centraal willen stellen en het gevoel voor onze sociale omgangsmanieren, regels en etiketten missen.
Echter ook het tegengestelde komt regelmatig voor. Kinderen die je juist de hele dag proberen te claimen, die aan je blijven hangen, die steeds je aandacht opeisen op een manier die je steeds meer als storend gaat ervaren. Steeds op dezelfde manier waarbij je denkt dat het kind nu wel moet weten hoe je op zijn vragen zult reageren. Ook een boze of teleurgestelde reactie van ons zal het kind niet ervan weerhouden om opnieuw op dezelfde manier contact te zoeken.
3. Fantasie
Tenslotte valt op dat de meeste kinderen het moeten doen met een beperkte fantasie. Zij houden niet van afwisseling en variatie en zijn liever lang en vaak met hetzelfde bezig. Als een spelletje of bezigheid eenmaal leuk is dan is het lang en steeds op dezelfde manier leuk. Dat geldt voor de computer, stripboekjes, nootjes zoeken, bowlen, kleuren, met soldaatjes spelen, ganzenbord of doelen op de basket. Vaak zit er dan weinig variatie in het spel. Zoals het gisteren leuk was, is het beslist vandaag weer leuk. Ze gaan niet verder fantaseren en uitbreiden maar liever kopiëren.
Een boek over dieren, planten, het lichaam, auto’s of treinen boeit meer dan een verhaal. En in een boek met een verhaal boeien de plaatjes meer dan de inhoud van het boek. Spelen met poppen of zich inleven in de rol van een ander gaat moeilijk.
Ook kiezen uit verschillende mogelijkheden is voor verschillende kinderen heel moeilijk. Als dat zo is, is het goed daarbij te helpen of schema’s op te stellen.Tenslotte mist ons kind vaak de fantasie om zijn vrije tijd goed in te vullen. Hij moet het invullen van vrije tijd geleerd krijgen. Dan pas leert hij , na vele positieve ervaringen, hoe prettig het kan zijn om meer variatie in zijn vrije tijd te hebben.
Vanuit deze drie gegevens, communicatie, sociale vaardigheden en fantasie, wordt ons al gauw duidelijk waarom onze kinderen zoveel moeite hebben met het invullen van hun vrije tijd of waarom ze het juist steeds op dezelfde manier willen doen. Daarnaast zal duidelijk zijn waarom het voor hen vaak zo moeilijk is om vriendjes te vinden die met hen willen spelen. Vaak missen ze het gevoel om rekening te houden met de ander, de interesse voor de ander is beperkt evenals de fantasie om te variëren in hun spel.
Is het nu goed als mijn kind zich alleen kan bezig houden of is juist het tegenovergestelde beter?
Het antwoord ligt volgens ons in het midden. Het is goed als een kind zich periodes van een dag alleen kan bezig houden.
Daarnaast is het nodig dat het kind leert om delen van zijn vrije tijd door te brengen samen met mensen uit zijn naaste omgeving. (samen praten, samen spelletjes doen, samen bezig zijn)
Zo leert het kind stapje voor stapje om te gaan met anderen.
Overheerst een van de twee invullingen van vrije tijd dan is het goed extra te oefenen met de tegengestelde vaardigheid. Zo werk je toe naar een evenwichtigere verdeling.
Is het nodig dat wij het kind leren zijn vrije tijd zinvol in te vullen?
Als we kijken naar de achterstand die onze kinderen hebben op het gebied van de taalontwikkeling, de sociale ontwikkeling en het fantasiegebrek dan mag duidelijk zijn dat een schoolprogramma nooit voldoende kan zijn om deze achterstanden geheel weg te werken.
Deze zaken moeten dus thuis en op school worden geoefend. Het moet een geheel worden.
Maar………….ook hier geldt weer: “Vrije tijd is niet alleen zinvol bezig zijn.”
Drie vormen van vrijetijd-invulling
Dus vrije tijd invullen is een combinatie van drie dingen:
Als we naar onszelf kijken in onze vrije tijd dan zal opvallen dat we regelmatig, soms op een leuke, soms op een minder leuke manier bezig zijn de tijd te structureren en in te vullen. Je kunt onze vrijetijd-invulling in drie stukken verdelen:
1. Verplichtingen
We wassen de auto, zetten hem in de was, we onderhouden de tuin, we onderhouden het schilderwerk, repareren iets of beginnen aan een klusje in huis. Er moet toch gekookt worden, afgewassen, ingekocht, gewassen, gestreken, versteld enz.
We moeten douchen, tanden poetsen, de post lezen en de financiën regelen.
2. Dingen die ik alleen doe
We vullen vrije tijd deels alleen in, vaak met dingen die wij prettig vinden, de een leest, schildert, kijkt t.v., luistert naar de radio, wandelt, fietst, trimt, puzzelt, breit of speelt op zijn computer.
Het kan ook heerlijk zijn om eens een tijdje helemaal niets te doen, het verstand even op nul.
3 . Dingen die we samen doen
Samen spelletjes doen, samen je hobby delen, samen naar de stad gaan om iets te kopen of iets leuks te doen, samen op visite of een verjaardag zijn
Dit geldt net zo goed voor het autistisch kind!
Ook dat zoekt met zijn beperkte fantasie en zijn angst voor veranderingen of onvoorziene omstandigheden naar houvast en structuur in zijn leven. Daarom is het krijgen van een baan voor ons kind zo belangrijk maar ook het leren omgaan en ordenen van zijn vrije tijd.
Omdat het de fantasie mist is het des te meer onze taak om hem te helpen en te leren zijn vrije tijd zinvol in te vullen. Nu kunnen we hier als school en ouders samen aan werken, het kind is nog plooibaar en zal ingaan op de structuur die wij hem aanreiken. Later wordt het moeilijker als de puberteit zijn intrede doet of als het kind star zijn eigen invulling aan vrije tijd geeft. Zijn eigen wil is dan sterker gevormd.
Hoe kunnen we kunnen we hiermee beginnen?
1. Denk eens goed na over uw eigen kind
Denk eens goed na over Uw eigen kind en stel U de volgende vragen:
- Is het nodig en belangrijk dat het kind leert anders om te gaan met zijn vrije tijd?
- Is het nodig dat we het kind meer vaardigheden en variatie aanleren die het later nodig heeft om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren?
- Is het voor de andere gezinsleden mogelijk om hier voldoende tijd in te investeren. In het begin kost het U tijd, later zal er pas sprake zijn van rendement, gemak en vooruitgang. Dit in de vorm van meer rust binnen het gezin, het kind toont meer sociale vaardigheden en doet actiever mee, het kind voelt zich meer op zijn gemak en krijgt meer zelfvertrouwen en tenslotte leert het kind meer vaardigheden die het later nodig heeft.
- Deze aanpak kan betekenen dat het een duidelijkere, vastere tijdsindeling binnen het gezin vraagt. Er is meer vraag naar structuur en regelmaat.
Kiest U voor deze aanpak dan volgen de volgende vragen
- Welke delen uit bovenstaand verhaal komen overeen met de behoeften of tekortkomingen van Uw kind?
- Waar liggen de sterke en de zwakke kanten van Uw kind?
- Waar denkt U dat het kind verder bij geholpen moet worden om later een goede invulling te kunnen geven aan zijn vrije tijd?
- Welke vaardigheden moet het kind nog leren om later zo zelfstandig mogelijk door het leven te kunnen gaan?
2. Praat met anderen over uw kind
Praat ook met anderen over Uw kind om dit beeld zo volledig mogelijk te maken. Dit kan met familie, de hometrainster of met de school.
3. Maak nu een plan voor uw kind
Maak nu een plan voor Uw kind (zie voorbeelden op het laatste blad). Begin niet meteen te groot maar bouw het langzaam op. Beter kleine haalbare stapjes dan grote onhaalbare sprongen die weerstand bij het kind oproepen en die een te grote claim leggen op het verdere gezinsleven. Als kleine stapjes lukken dan motiveert dit het kind en gezin zodat de vervolg stap makkelijker gezet kan worden.
Het plan
1. Maak drie groepen met kaarten. Geef iedere groep kaarten een eigen kleur.
- Groep a Dingen die ik alleen doe.
- Groep b Dingen die we samen doen.
- Groep c Dingen die ik moet leren voor later.
2. Zet op ieder kaartje een activiteit. Schrijf erbij wat nodig is:
- Hoe lang de activiteit duurt. Steeds doen!!!!!
- Gebruik een kookwekker als dat handig of nodig is.
- Waar ?
- Met wie ? Enz.
3. Leg Uw kind ( indien het dit begrijpt ) uit:
- Waarom U de kaartjes hebt gemaakt.
- Wat het doel is van de kaartjes.
- Of er een beloning bij hoort als het lukt.
- Liefst een die niet te ver weg ligt in tijd.
- Wanneer U gaat starten.
- Op welke dagen / tijdstippen U dit gaat oefenen.
- Kies steeds activiteiten uit de groepen a, b en c.
- Het kind begint met een keuze, daarna U, dan weer het kind enz.
- Dus: Kind, Ouder, Kind, Ouder, Kind ( enz. )
- Slot: beloning
- Verkoop Uw plan! Probeer het kind enthousiast te maken.
4. Het begin: Kies om de beurt een kaart. Het kind zal kiezen voor een leuke activiteit, U daarna voor een zinvolle of leerzame. enz.
Spreek een begin- en eindtijd af en een beloning. ( later kunnen de keuzes van het kind al de beloning zijn.)
5. Pas op!
- Als je van je kind doorzettingsvermogen verwacht, moet je dat zelf ook tonen. Het vraagt inzet van iedereen.
- Maak een JOKER-kaart. Dit is een kaart die je gebruikt bij onvoorziene gevallen. Bijvoorbeeld:
Er komt onverwacht familie bezoek
Er komt opeens een vriendje op bezoek.
Er moet meteen een boodschap gedaan worden.
Je bent een afspraak vergeten.
Voorbeelden groep a: dingen die ik alleen doe
Computerspelletjes, Electro, tekenen op papier of schoolbord, tekenen met potlood, wasco, viltstift, houtskool, verven, in de garage timmeren met spijkers op een plank, knutselen met een knutselboek, papier, karton, kurken, kroondopjes etc., kleien, mini loco en gewoon loco, hama-perl, borduren, punniken, legodoos, electrische trein, met poppen spelen,poppenkast, breien, prikken, vouwen, vlechten, kaartspelletjes, bellenblazen, computerspelletjes, puzzelen, ministeck, instrument leren bespelen, wandelen met een hond, tv kijken, lezen, boeken lenen uit de bibliotheek ( gratis ), luisteren naar muziek of cassettebandjes, bouwen met blokken, knikkerbaan, rubberplaat, kleuren, schilderen op nummer, kralen rijgen, verkeersmat met auto’s, rolschaatsen, modelbouw, kijken naar opgenomen video banden ( huisje boompje beestje, klokhuis, nieuws uit de natuur e.a. schooltv programma’s), stoeptekening met krijt, enz. ( vul dit met Uw kind aan)
Voorbeelden groep b: dingen die we samen doen
Spelletjes binnen: pim pam pet, kwartetten, hoedje wip, wie is het?, hap slak, sjoelen, kaarten, (veilig) darts, tafeltennis, rummicub, ganzenbord, dammen, mens erger je niet, onderuit, galgje, scrabble, boggle, memory, stratego, familie poen, valkuil, yahtzee, ringwerpen, knikkerspel, jumbolino, blaasvoetbal, fotofun, coco crazy, zeeslag, lotto/bingo, computerspel, vier op een rij, jenga, stapelwoord, zakgeldspel, triominos enz. ( vul dit weer aan.)
eigen spelletjes:
Hiervan zijn er een heleboel te vinden in de spel- en spelenboekjes in de bibliotheek. Deze spelletjes kosten niets en zijn vaak ruim zo leuk. Vele van deze spelletjes bevorderen het praten, trainen de sociale vaardigheden of prikkelen de fantasie.
zelf spelletjes bedenken:
geld reken spelletjes, winkeltje spelen, opzoeken in woordenboek, tv gids of telefoonboek, verkleedspelletjes, enz.
spelletjes voor buiten:
Basketbal, voetbal, badminton, tikkertje, verstoppertje, vlieger oplaten, kaartlezen tuinieren, enz.
Voorbeelden groep c: dingen die ik moet leren voor later
Dit zijn allerlei opdrachten die allemaal betrekking hebben op de zelfstandigheids training voor Uw kind.
Deze hebben ondermeer betrekking op:
Kleding en verzorging, naar de winkel, geld, reparaties in- en om huis, reizen met bus en trein (meer info op www.metdetreinnaarparijs.eu), koken, afwassen, kleding wassen, drogen, strijken, opruimen in huis, huishoudkunde, planning en het leren helpen van elkaar.
Tot slot
Dit programma biedt veel structuur. Geef het kind zoveel structuur als U denkt dat het kind nodig heeft. Bedenk echter dat de meeste kinderen eerder overschat worden dan onderschat!
Veel succes.