Wat wèl werkt
Accepteren
- Aanleren wat de leerling niet aanvoelt
- Zie gedrag als onmacht niet als onwil
- Bepaal wat er gebeurt
Begeleiden
- Benut interesse om iets nieuws te leren
- Reageer kort en stevig
- Motiveer de leerling
- Reageer consequent hetzelfde
- Gebruik concrete taal
- Geef duidelijke boodschappen
- Zorg voor een heldere en duidelijke structuur
- Controleer of de leerling het begrepen heeft
- Bereid de leerling voor op veranderingen
- Reik alternatieven aan voor probleemgedrag
- Leer gedragscodes cognitief aan, zoek samen naar een oplossing
- Geef uitleg over gevoelens en vriendschap
- Voorkom probleemgedrag, regels blijven herhalen want de leerling leert niet van straf
- Vertel klasgenoten waarom deze leerling dat niet kan
Compenseren
- Geef extra tijd
- Geef concrete materialen
- Vereenvoudig schema’s en modellen
- Visualiseer de stappen voor de te volgen strategie
- Laat met de computer werken
Middelen ter ondersteuning
- Dagrooster
- Stappenplannen
- Getekende zelfinstructie
- Contracten over gedrag
- Huiswerkplanners
- Herinneringskaartjes voor gewenst gedrag
- Geef niet alleen verbaal les
Wat nìet werkt
Begeleiden
- Verplicht de leerling niet samen te werken
- Overhaast de leerling niet, voer de druk niet op
- Verwacht niet dat als je de klas aanspreekt deze leerling het gehoord heeft
- Denk niet dat het herhalen van een zin betekent dat deze ook begrepen is
- Ga geen lang moraliserend verhaal houden
- Verwacht geen empathie
- Denk niet dat de leerling je manipuleert
- Geef geen complexe opdrachten
Taalgebruik
- Gebruik niet meer woorden dan nodig is
- Gebruik zo min mogelijk figuurlijk taalgebruik
- Voorkom kleinerende opmerkingen
Gedrag
- Raak een leerling niet zo maar aan
- Laat de leerling niet steeds van plaats wisselen
- Praat conflicten niet uit, maar maak afspraken
- Straf niet, geef regels
- Dwing een leerling niet in de pauze het schoolplein op te gaan
- Kap fantaseren en associëren af
- Vat gedrag niet persoonlijk op
- Reageer niet de ene keer boos en de andere keer niet.